
Voorwaarden verbranding
1. Verbranden van snoeihout mag alleen buiten de bebouwde kom; indien het stookadres binnen de bebouwde kom ligt is de ontheffing niet geldig.
2. Er dient voortdurend toezicht te worden gehouden door één of meer meerderjarige personen; deze personen mogen de verbrandingsplaats niet eerder verlaten dan nadat het vuur is gedoofd.
3. Het is niet toegestaan snoeihout te verbranden op zon- en algemene feestdagen die vallen in de genoemde periode.
4. Het vuur mag pas worden aangestookt ná 08.00 uur en moet geheel gedoofd zijn vóór 18.00 uur.
5. Er moet een afstand van meer dan 30 meter van een gebouw en van een opstapeling van oogstproducten worden aangehouden en van ten minste 100 meter van bos of heidegrond.
6. Voor het aansteken van het vuur mag geen gebruik worden gemaakt van hulpmiddelen als (oude) autobanden, (stook)olie en dergelijke.
7. Het vuur moet zodanig worden aangelegd dat er geen gevaar en/of hinder kan ontstaan voor de omgeving.
8. Er mag uitsluitend droog snoeihout worden verbrand.
9. Het snoeihout mag uitsluitend in kleine hoeveelheden worden verbrand, de omvang van de brandstapel mag maximaal 3 m³ bedragen.
10. Eventuele nadere aanwijzingen van de toezichthoudende ambtenaar en/of politie dienen stipt te worden opgevolgd.
Onderzoek naar alternatieven
De gemeente onderzoekt dus nog alternatieve verwerkingsmethoden voor snoeihout. Het is de bedoeling om deze alternatieven in 2020-2021 in te zetten. Het verbranden van snoeihout is vanaf dan beperkt of zelfs helemaal niet meer toegestaan.
