Actie om wachtlijsten hulp bij huishouden zoveel mogelijk terug te dringen
Meierijstad - Door de afschaffing van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in 2019 vragen steeds meer inwoners hulp bij huishouden aan bij de gemeente. Ook hebben ze te maken met een vergrijzing en wonen mensen steeds langer thuis. Tegelijkertijd hebben zorgaanbieders een personeelstekort en is er niet genoeg capaciteit om de groeiende vraag van inwoners op te vangen.Daar kwam begin dit jaar bij dat zij cliënten moesten overnemen van Brabantzorg die zich niet meer had ingeschreven op de laatste aanbesteding. De druk op de wachtlijsten voor hulp bij huishouden is hierdoor dit jaar enorm toegenomen.
Zorgen dat hulp voldoende beschikbaar wordt én blijft
De gemeente voert verschillende maatregelen uit om ervoor te zorgen dat hulp bij huishouden voldoende beschikbaar wordt én blijft. Vooral voor inwoners die zelf geen ondersteuning kunnen regelen. Bijvoorbeeld voor overbelaste mantelzorgers om zo de zorg voor hun naaste vol te houden. Zo heeft de gemeente al begin dit jaar een nieuw product ingevoerd; de algemene voorziening hulp bij huishouden. Bedoeld voor inwoners die wel zelf de regie kunnen voeren op hun huishouden, maar niet alle huishoudelijke taken zelf kunnen doen. De algemene voorziening is de helft minder uren dan de maatwerkvoorziening, waardoor er uren vrijkomen voor inwoners die nog op de wachtlijst staan. Ook oriënteert de gemeente zich, samen met regiogemeenten en zorgaanbieders, op vernieuwende aanpakken voor hulp bij huishouden. Bijvoorbeeld het werken vanuit het gedachtegoed van ‘zelfredzaamheid’. Niet alles overnemen maar mensen helpen aanleren en herwinnen wat ze wel kunnen.
Dit vraagt iets van onszelf
De gemeente wil dat er snel verbeteringen worden gemaakt en kan dat niet alleen. Rik Compagne licht toe: “Dit vraagt iets van de gemeente, van de zorgaanbieders maar ook van onszelf als inwoner. Want een belangrijke bedoeling van de Wmo is dat inwoners zich inspannen om hun eigen situatie te verbeteren, samen met familie, vrienden en buurtgenoten. Pas als dat niet lukt, kunnen zij aankloppen bij de gemeente voor hulp. Zo kunnen we onze capaciteit voor hulp bij huishouden richten op inwoners die dit het hardst nodig hebben.”
| |
