Schijndel - Maandagavond had ik mijzelf 20 minuten Action winkelen cadeau gedaan en dit cadeau mocht ik dinsdagochtend innen. Toen ik met mijn auto vanaf de Kluisstraat rechtsaf de Hoofdstraat opreed kreeg ik even een rolberoerte: verkeerslichten! Nu kan echt niemand meer zeggen dat Schijndel een doorsnee dorp is. Het tegenovergestelde is waar.
Net als andere dorpen doen wij gewoon mee met moderne woonvormen en bouwen we appartementen in kerken, hebben we eigen feestjes, hangjeugd met molotovcocktails en we figureerden natuurlijk een decennia geleden in een film. Nu brachten we het er in die film niet zo goed vanaf en is het misschien niet iets om direct trots op te zijn, een doorsnee dorp zijn we niet. Paaspop trekt artiesten uit buitenland en maakt Schijndel een begrip in Nederland. Als je over de A2 van Den Bosch naar Eindhoven rijdt heb je maar liefst 3 x de mogelijkheid om een afslag richting Schijndel te nemen.
Een dag eerder reed ik nog in Den Bosch waar gemeentewerkers een haag aan het snoeien waren en een weghelft hadden afgezet. Daar werd ik met de hand gemaand om te stoppen en later gewenkt dat ik mocht passeren. In Schijndel pakken we dat veel grootser en serieuzer aan. Niks dorpje met verkeersregelaars, metropool met rood-oranje-groene lampen!
Geschrokken en met knikkende knieën nam ik braaf plaats in de rij, oké maar 1 auto voor me, voor het rode verkeerslicht. Al snel sprong het licht op groen en ik betrapte mijzelf erop dat mijn ogen snel zochten naar een verkeersregelaar die wenkend zou bevestigen dat ik echt mocht doorrijden. Helaas, ik moest het met alleen de kleur groen doen. Gespannen reed ik verder de hoofdstraat af terwijl ik ondertussen nadacht of er iemand in mijn omgeving misschien een grap uit had gehaald met me, ik fatsoeneerde snel mijn haar voor eventuele camera’s.
De 20 minuten bij Action hadden voldoende kunnen zijn, ware het niet dat ik mij totaal nietkon concentreren. Ik kon niet vinden wat ik nodig had, maar winkelen op afspraak en danmet lege handen naar buiten was geen optie.
Thuis stond Teun ongeduldig als altijd op mij te wachten. Hij speurde meteen de tassen af naar de tie-rips die ik had moeten meenemen. Na de eerste mopperserenade kon hij het niet laten om ook de rest van de inhoud af te kraken met een ‘dat hebben we helemaal niet nodig’ en iets als ‘we hebben helemaal geen bad’.
“Maar schat, er stonden verkeerslichten in de hoofdstraat, ik was zo van slag, ik was geloof ik niet toerekeningsvatbaar.”