Aantal kinderen met overgewicht blijft zorgwekkend
Brabant - Kinderen in het werkgebied van GGD Hart voor Brabant eten dagelijks meer groente en fruit. Ook zijn de leefgewoonten van moeders tijdens de zwangerschap verbeterd en worden kinderen steeds minder blootgesteld aan (sigaretten)rook in huis. Toch zijn veel kinderen te zwaar en sporten ze te weinig. Dit zijn enkele resultaten uit een onderzoek van GGD Hart voor Brabant naar de gezondheid van 0 t/m 11 jarigen in de regio. Bijna 12.000 ouders namen eind 2013 deel aan het onderzoek. Overgewicht stabiel, maar te hoog
Eén van de doelen van de overheid is het terugbrengen van het aantal kinderen met overgewicht. Overgewicht brengt immers allerlei gezondheidsrisico’s met zich mee, zoals hart- en vaatziekten, diabetes, maar ook psychosociale problematiek zoals onzekerheid en eenzaamheid.
In de periode 2005-2013 is het percentage kinderen met overgewicht in het werkgebied van de GGD Hart voor Brabant gelijk gebleven. Helaas heeft nog steeds 9% van de kinderen overgewicht, 2% heeft ernstig overgewicht (obesitas). Overgewicht komt vaker voor bij kinderen uit armere gezinnen en gezinnen met een laag opleidingsniveau. De GGD adviseert voldoende lichaamsbeweging en een gezond eetpatroon in de preventie van overgewicht.
Te weinig sport, te veel TV en PC
Op school wordt minder gesport dan voorheen: 69% van de basisschoolleerlingen sport minstens twee keer per week op school. In 2008 was dit nog 78%. Buiten schooltijd sport slechts 39% minstens twee keer per week minimaal een uur bij een vereniging. Eenmaal thuis zit 31% van de kinderen ‘veel’ achter de televisie of computer. Dat wil zeggen 14 uur per week of meer. Dit is een toename ten opzichte van 2008 (24%).
Om lichaamsbeweging te stimuleren adviseert de GGD om kinderen veel buiten te laten spelen. Echter, bijna de helft van de ouders blijkt ontevreden over het verkeersgedrag van automobilisten in de buurt (47%). Daarnaast mist 15% van de ouders een veilige speelplek in de directe omgeving.
Groente- en fruitconsumptie neemt toe
De dagelijkse groente- en fruitconsumptie van kinderen in de leeftijd van 1 t/m 11-jaar is toegenomen; groente van 58% in 2005 naar 70% in 2013, fruit van 62% in 2005 naar 76% in 2013. De cijfers laten wel zien dat kinderen steeds minder groente en fruit eten naarmate ze ouder worden. Zo eet 87% van de 1 t/m 3-jarigen dagelijks fruit, terwijl dat voor de 8 t/m 11-jarigen 65% is. Het blijft daarom van belang om kinderen op jonge leeftijd groente en fruit te leren eten én dit tijdens de basisschoolperiode zeker te blijven stimuleren.
Opvoeding: meer hulp uit eigen omgeving
De huidige maatschappelijke ontwikkelingen vragen van mensen dat ze vaker een beroep doen op hun sociale netwerk. De cijfers van de jeugdenquête sluiten aan bij deze ontwikkeling: in de periode 2008-2013 vragen ouders voor opvoedproblemen vaker hulp of advies aan familie, vrienden of kennissen. Dit percentage is toegenomen van 21% naar 23%. Ouders ervaren wel minder vaak problemen bij het opvoeden. In 2008 had 41% wel eens problemen, in 2013 was dit 38%. De meeste problemen gaan over luisteren en gehoorzamen (22%) en over het stellen van grenzen en regels (18%). Het aantal ouders dat wel eens vragen heeft over opvoeden nam toe van 49% naar 57%. Vrijwel alle ouders vinden dat er voldoende opvoedingsondersteuning wordt geboden in hun gemeente (98%). Wel heeft 11% van de ouders behoefte aan meer ondersteuning vanuit de eigen omgeving.
Meer resultaten:
Nog een aantal opvallende resultaten:
- Eén op de vijf kinderen heeft problemen op school die van invloed zijn op het functioneren op school; bijvoorbeeld concentratieproblemen (23%), problemen in relaties met andere kinderen (9%) of leerproblemen (7%).
- 9% van de kinderen heeft een verhoogd risico op psychosociale problematiek, zoals hyperactiviteit en emotionele problemen.
- Blootstelling aan rook in huis blijft afnemen. Het percentage kinderen dat thuis wordt blootgesteld aan (sigaretten) rook, is gedaald van 25% in 2005, naar 16% in 2008 en 6% in 2013.
- Iets minder risico’s voor het ongeboren kind. Tijdens de zwangerschap heeft 4% van de moeders gedronken en 11% gerookt. In 2008 was dit 9% en 15%.
- Veel meer ouders keuren alcoholgebruik onder de 18 jaar af. In 2008 had 10% van de kinderen van 8 t/m 11 jaar wel eens alcohol gedronken, in 2013 is dit gedaald naar 5%. In 2008 vond 29% van de ouders dat kinderen pas vanaf 18 jaar alcohol mogen drinken, in 2013 is dit percentage gestegen naar maar liefst 56%.
- Eén op de 6 gezinnen heeft moeite met rondkomen. Bij 10% van de gezinnen is één of beide ouders (of beide) werkloos, arbeidsongeschikt of heeft een bijstandsuitkering. In 2008 was dit 5%.
Over de jeugdenquête
De jeugdenquête is een grootschalig onderzoek naar de gezondheid van kinderen in de leeftijd 0 t/m 11 jaar. GGD Hart voor Brabant voert dit onderzoek eens per 4 jaar uit in opdracht van de gemeenten. De gemeenten gebruiken de resultaten voor het lokale gezondheidsbeleid en het organiseren van activiteiten. Ouders die een uitnodiging voor de enquête ontvingen, zijn via een steekproef uit het bevolkingsbestand geselecteerd. De geselecteerde ouders konden schriftelijk of via internet deelnemen.
Alle resultaten van het onderzoek zijn hier terug te vinden.
