BP Manders Schijndel verliest in hoger beroep eis tot schadevergoeding
Gepubliceerd: dinsdag 15 juli 2014 12:08
Schijndel - De exploitant van BP Schijndel krijgt geen schadevergoeding voor het mislopen van omzet door werkzaamheden aan de Structuurweg/Boschweg. In hoger beroep tegen het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant heeft BP de zaak opnieuw verloren. Volgens de Raad van State hoort de geleden schade bij het normale ondernemersrisico. Daarom hoeft de BP-exploitant volgens de uitspraak niet schadeloos te worden gesteld. Daarmee worden de eerdere uitspraken van zowel provincie als rechtbank onderschreven en het hoger beroep ongegrond verklaard. Vanaf april 2011 was het tankstation gedurende tien weken slecht bereikbaar door wegwerkzaamheden aan de provinciale weg N617 tussen Schijndel en Sint-Michielsgestel.
Naar de mening van de BP-exploitant werd de omzet tijdens de wegwerkzaamheden niet vergeleken met omzetten in dezelfde perioden van eerdere jaren, dat had volgens de ondernemer wel gemoeten. Ook is niet gekeken naar de literverkoop, maar naar de omzet in geld. De Raad van State oordeelde, net zoals al in een eerdere uitspraak, dat het een duidelijke vorm van ondernemersrisico is. Er is volgens de uitspraak geen sprake van blijvende schade en het tankstation is gedurende de tien weken gewoon [via de Structuurweg] bereikbaar geweest tijdens het onderhoud aan de rondweg van Schijndel. "De relatieve omvang van de schade bedraagt minder dat 1% (0,94%) van de gemiddelde omzet op jaarbasis naar het oordeel van de Raad van State. De omzetschade kan derhalve als relatief gering worden aangemerkt. Ook indien wordt gekeken naar de verhouding tussen de brutowinst en de omzet, kan de schade niet als bovenmatig worden aangemerkt, nu deze 7,6% van de gemiddelde brutomarge op jaarbasis bedraagt. Daarom heeft het college van gedeputeerde staten zich in navolging van het advies van deskundigen terecht op het standpunt gesteld dat de geleden schade binnen het normaal ondernemersrisico valt."