Schijndel - Een boeiende dia-lezing van Margrietha Prins–Afman wordt gegeven over de 'Historie van de Joden in de Meierij' vanaf 1796' op maandag 16 januari 2017 in het sociaal cultureel centrum ‘t Spectrum”, Steeg 9 te Schijndel. Margrietha Prins-Afman, voormalig gemeenteraadslid in Sint-Oedenrode en voormalig Statenlid voor de VVD in Noord-Brabant, heeft diverse publicaties over de geschiedenis van de Joden in de Meierij op haar naam staan. De lezing begint om 20.00 uur en niet-leden van de Heemkundekring zijn ook van harte welkom. Aan hen vraagt men een vrijwillige bijdrage van € 2,00 per persoon.
Toelichting Tot aan 1796 zijn de joden in ons land een aparte groep. Met de burgerlijke gelijkstelling in 1796 komt een einde aan de relatieve zelfstandigheid van de joodse gemeenschap en aan de rechtsongelijkheid die tussen de joden en de andere burgers van de Republiek bestaat. Een citaat uit het decreet van 2 september 1796 luidt: “Geen Jood zal woorden uitgesloten van eenige rechten of voordelen, die aan het Bataafsch burgerregt verknocht zijn”. In een aantal gemeenten moet men nog aan de idee wennen dat de joden dezelfde rechten hebben als elke andere burger. Voor de joden in Noord-Brabant duurt het nog bijna een jaar voordat het emancipatie-decreet kracht van wet krijgt. Koning Willem I wil, samen met de door de Verlichting beïnvloedde joden, dat de joden zich zoveel mogelijk gaan aanpassen aan de zeden en gewoonten van ons land. De vraag is, of de joden in de Meierij en Schijndel daarna ook daadwerkelijk geassimileerd en geïntegreerd zijn in de Brabantse samenleving. En of ze als medeburgers door hun omgeving worden geaccepteerd.
In Schijndel woont voor 1811, de datum dat de burgerlijke stand wordt ingevoerd, een zekere Benjamin Elias Wolf. In 1811 neemt hij de achternaam Van de Waal aan. In 1849 wonen er 24 joden in Schijndel. Het gaat om twee gezinnen met hun personeel. In de wijk Elschot, aan de Groote Straat, woont Johanna van Hessen, weduwe van Benjamin van de Waal met haar 5 kinderen en een schoonzusje Geertruida en Herodus de Jongh, afkomstig uit Heusden. Haar oudste zoon Benjamin van de Waal, die met Anna Docters uit Oirschot gehuwd is, woont met 7 kinderen in de steeg De Kluis in Elschot. Terwijl in heel oostelijk Noord-Brabant het aantal joden in de tweede helft van de negentiende eeuw toeneemt is het aantal Joden in Schijndel in 1879 nog steeds 24. Eén van hen is slager Jacob Benjamin van Dijk. Na zijn overlijden, in 1898, vertrekt zijn weduwe met haar 6 kinderen naar Veghel. Met haar vertrek zijn er in Schijndel geen joden meer.
Voor de uitoefening van hun godsdienst gaan de Schijndelse joden naar Veghel en later naar Sint-Oedenrode. Ze zijn actief bij het realiseren van een synagoge in Sint-Oedenrode die in 1866 in gebruik wordt genomen. Uiteindelijk willen ze een eigen synagoge. In 1868 hebben ze, aan de achterkant van het huis ‘De Hoge Jood’ van de familie Van de Waal in de Hoofdstraat, een ruimte om hun diensten houden. Van 1872-1893 heeft Schijndel officieel een eigen synagoge. Na het vertrek van de laatste joden wordt in 1899 de joodse gemeenschap van Schijndel opgeheven en wordt deze bij Veghel gevoegd. Aan de Wilhelminalaan grenzend aan de wijk Hoevenbraak en Hulzenbraak ligt een joodse begraafplaats. Deze begraafplaats had een regionale functie. Behalve de joden uit Schijndel worden hier gedurende meer dan 150 jaar ook de joden uit Veghel, Uden en Sint-Oedenrode begraven. In 1977 wordt er voor het laatst iemand begraven.